cherubijn

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Een cherubijn in het schilderij van de Sixtijnse Madonna op Wikipedia (nl).
Uitspraak
Woordafbreking
  • che·ru·bijn
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘engel van de tweede rang’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
  • Herkomst: Hebreeuws (vernederlandste vorm)[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord cherubijn cherubijnen
verkleinwoord cherubijntje cherubijntjes

Zelfstandig naamwoord

de cherubijnv / m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) engel

Gangbaarheid

73 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen