chai

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  chai    (hulp, bestand)
• IPA: /xɑj/

Woordafbreking

• chai

Woordherkomst en -opbouw

• Herkomst: Hebreeuws

	stellend
onverbogen	chai
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

chai

1. (Jiddisch-Hebreeuws) levend, levendig
2. (Jiddisch-Hebreeuws) vers (niet-gekookt)

Verwante begrippen

• am Jisraël chai, Nisjmat Kol Chai

Zelfstandig naamwoord

de chai v / m

1. (Jiddisch-Hebreeuws) getal achttien
2. (Jiddisch-Hebreeuws) symbool, bestaande uit de letters chet en joed (met de betekenis 'levend'), gedragen als sieraad

Gangbaarheid

• Het woord chai staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "chai" herkend door:

44 %	van de Nederlanders;
32 %	van de Vlamingen.

Vietnamees

Zelfstandig naamwoord

chai

1. fles: voorwerp dat vloeistoffen kan bevatten
2. eelt: verharde huid

Bijvoeglijk naamwoord

chai

1. eeltig: met eelt bedekt

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.