centriool

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cen·tri·ool
enkelvoud meervoud
naamwoord centriool centriolen
verkleinwoord centriooltje centriooltjes

Zelfstandig naamwoord

het centrioolo

  1. (biologie) een eiwitstructuur die het hart vormt van het microtubulenetwerk
    • Het centriool heeft vele zijarmen van tubuline die een belangrijk deel vormen van het cytoskelet. 
Vertalingen

Gangbaarheid

8 % van de Nederlanders;
38 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be