celscheider
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: celscheider (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cel·schei·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van cel en scheider
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | celscheider | celscheiders |
verkleinwoord | celscheidertje | celscheidertjes |
Zelfstandig naamwoord
de celscheider m
- apparaat dat het bloed van donors in aparte bloeddeeltjes scheidt
Gangbaarheid
- Het woord 'celscheider' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.