cateraar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ca·te·raar
Woordherkomst en -opbouw
Naamwoord van handeling van cateren met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cateraar | cateraars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de cateraar m
- iemand die op professionele wijze eten en drinken verzorgt op een bijeenkomst
Gangbaarheid
- Het woord cateraar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cateraar" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be