catalogiseer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ca·ta·lo·gi·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
catalogiseren |
catalogiseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van catalogiseren
- Ik catalogiseer.
- gebiedende wijs van catalogiseren
- Catalogiseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van catalogiseren
- Catalogiseer je?