catalogiseren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ca·ta·lo·gi·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse cataloguer (met het achtervoegsel -iseren) [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
catalogiseren |
catalogiseerde |
gecatalogiseerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
catalogiseren
- overgankelijk in een register onderbrengen
- De postzegels werden volgens het jaar van uitgifte gecatalogiseerd.
Synoniemen
Vertalingen
1. in een register onderbrengen
Gangbaarheid
- Het woord catalogiseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "catalogiseren" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -iseren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 92 %