capriccio

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·pric·cio
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘muziekstuk zonder vast schema’ voor het eerst aangetroffen in 1772 [1]
  • van het Italiaans (gril) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord capriccio capriccio's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het capriccioo [3]

  1. (muziek) een muziekstuk dat meestal vrij is van vorm en een levendig karakter heeft
Vertalingen

Gangbaarheid

48 % van de Nederlanders;
48 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen