cameratelefoon
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ca·me·ra·te·le·foon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cameratelefoon | cameratelefoons |
verkleinwoord | cameratelefoontje | cameratelefoontjes |
Zelfstandig naamwoord
de cameratelefoon m
- draagbare telefoon waarmee men ook foto's en video's kan maken
- ▸ De teleburn is een cameratelefoon die dankzij speciale software in staat is een rechtstreekse beeldverbinding te maken met het Brandwondencentrum in Beverwijk. Zo kan al in een heel vroeg stadium door brandwondenartsen worden vastgesteld of het slachtoffer behandeld kan worden in zijn eigen ziekenhuis of dat transport naar een van de gespecialiseerde brandwondencentra nodig is.[2]
- ▸ Pas eind jaren negentig werden ook de eerste telefoons met camera op de wereld losgelaten. Volgens de meeste bronnen gaat de titel van allereerste commercieel beschikbare cameratelefoon naar de Kyocera VP-201, een toestel dat in 1999 uitkwam in Japan. Aan de voorkant van de telefoon prijkte een enorme 0,11 MP-camera die vooral moest dienen voor videogesprekken, maar ook in staat was om foto’s te nemen.[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord cameratelefoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ cameratelefoon op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Camera helpt bij diagnose brandwonden” (Woensdag 8 december 2010), NOS
- ↑ Weblink bron “Van Simon tot iPhone: zo evolueerde de smartphone in de afgelopen 25 jaar” (19-08-2019), Tubantia