bureaucratiseert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bu·reau·cra·ti·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bureaucratiseren |
bureaucratiseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bureaucratiseren
- Jij bureaucratiseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bureaucratiseren
- Hij bureaucratiseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bureaucratiseren
- Bureaucratiseert!