bureaucratiseert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bu·reau·cra·ti·seert

Werkwoord

vervoeging van
bureaucratiseren

bureaucratiseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bureaucratiseren
    • Jij bureaucratiseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bureaucratiseren
    • Hij bureaucratiseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bureaucratiseren
    • Bureaucratiseert!