breedparkeren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- breed·par·ke·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van breed bw en parkeren ww
Werkwoord
breedparkeren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
breedparkeren |
||
onvolledig |
- meer dan een parkeerplek in nemen met een auto
- ▸ Boete voor breedparkeren.[1]
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord breedparkeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Boete voor breedparkeren” (18-11-2011), Tubantia