brandweercommandant
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- brand·weer·com·man·dant
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van brandweer zn en commandant zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brandweercommandant | brandweercommandanten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de brandweercommandant m
- (beroep) commandant bij de brandweer
Gangbaarheid
- Het woord brandweercommandant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.