brandveilig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: brandveilig (hulp, bestand)
- IPA: /brɑnt.ˈvɛ.ləx/
Woordafbreking
- brand·vei·lig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van brand en veilig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | brandveilig | brandveiliger | brandveiligst |
verbogen | brandveilige | brandveiligere | brandveiligste |
partitief | brandveiligs | brandveiligers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
brandveilig
- beveiligd tegen brand
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord brandveilig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.