brandden los

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brand·den los
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
losbranden

brandden (...) los

  1. meervoud verleden tijd van losbranden
    • Wij brandden los. 
    • Jullie brandden los. 
    • Zij brandden los. 

Gangbaarheid