braadtijd

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  braadtijd    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• braad·tijd

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  braad zn  en  tijd zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	braadtijd	braadtijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de braadtijd m

1. de tijd die nodig is om vlees gaar te maken door het te verwarmen in olie of vet

   • Niet elke slager of supermarkt heeft lamsgehakt in het assortiment, maar de Islamitische slager heeft standaard lamsgehakt op voorraad. De bak-, grill- en braadtijd van het vlees ligt rond de 10-12 minuten. Lamsvlees laat zich vooral goed combineren met krachtige smaakmakers als kruiden, specerijen etc.  
   • Intussen rooster je het sesamzaad in een droge pan tot het goudkleurig en geurig is. Voor de laatste tien minuten van de braadtijd strooi je de kool en geroosterde sesamzaad over de kip en groentes en schuif je de braadslee weer terug in de oven.  

Gangbaarheid

• Het woord 'braadtijd' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "braadtijd" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.