boterhamworst
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bo·ter·ham·worst
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boterham en worst [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boterhamworst | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- goedkope gekookte worst voor op de boterham
- „Had ik boterhamworst gehaald was ik ’m vergeten op te eten. Was de houdbaarheidsdatum verlopen… Moest ik die worst weggooien. Hij zat helemaal onder van die groene stippen. Dat is toch niet normaal?”[2]
Synoniemen
Hyperoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Marcel van Roosmalen 12 december 2016
Gangbaarheid
- Het woord boterhamworst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.