bosoproller
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bosoproller (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- bos·op·rol·ler
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bos en oproller zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bosoproller | bosoprollers |
verkleinwoord | bosoprollertje | bosoprollertjes |
Zelfstandig naamwoord
de bosoproller m
- (kreeftachtigen) Armadillidium opacum een pissebed uit de familie Armadillidiidae . De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1844 door Koch
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'bosoproller' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.