bootjes
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- [1] bo·tjes
- [2] boot·jes
Zelfstandig naamwoord
de bootjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bo
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord boot
Synoniemen
- [1] bokes
de bootjes mv