boekworm

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

boekworm
Uitspraak
Woordafbreking
  • boek·worm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boekworm boekwormen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de boekwormm

  1. (figuurlijk) persoon die veel boeken leest
    • Boekwormen die de geïllustreerde bladwijzers van Jeroom, Judith Vanistendael of Brecht Evens gemist hebben, kunnen nog tot 16augustus voor een exemplaar terecht in de bib. [2] 
  2. Ctenolepisma longicaudata op Wikispecies insect dat gaatjes in papier boort
    • „Blom stelt zich voor dat in bibliotheken over de hele wereld vraatzuchtige boekwormen alle documenten na 1914 hebben vernietigd. Geen Verdun, geen beurskrach, geen Auschwitz, geen Goelag. Hij bekijkt de eerste veertien jaar van de vorige eeuw van binnenuit, onbevangen. Een tijd van snelheid en energie, zoals de raceauto op het omslag die op drie wielen door de bocht gaat. Machines maakten spierkracht overbodig. Hierdoor ontstond het gevoel: waar zijn de echte mannen, de ridders die vechten voor een ideaal? [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Standaard 15 JULI 2009 Bladwijzer
  3. NRC Toine Donk 23 november 2012 Zie jij Rutte met sabel duelleren?
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be