blonkt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blonkt
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
blinken

blonkt

  1. gij-vorm verleden tijd van blinken
    • Gij blonkt. 
     Gij blonkt in 't paradijs, voor 't aanschijn van de zon
    der Godheid, uit een wolk van dauw en verse rozen.
    [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 22 november 2021 Weblink bron Lucifer (1654) in:
    Joost van den Vondel (ed. M.A. Schenkeveld-van der Dussen)
    Lucifer. Adam in ballingschap, of Aller treurspelen treurspel. Noah, of Ondergang der eerste wereld. (2004), Bert Bakker, Amsterdam, ISBN 9035127382, p. 86/87 r. 1475/1476