blekerij

Nederlands

[1] voormalige blekerij in Boekelo

Uitspraak

• Geluid:  blekerij    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ble·ke·rij

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van bleken met het achtervoegsel -erij

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	blekerij	blekerijen
verkleinwoord	blekerijtje	blekerijtjes

Zelfstandig naamwoord

de blekerij v

1. bedrijf waar stoffen of vezels ontdaan worden van hun kleur als deel van de textielindustrie

   • Met weemoed denken de bestuursleden terug aan het 50 meter buitenbad dat al geruime tijd geleden is gesloten. "Het was mooi geweest als ze dat bad hadden overdekt", zegt Ter Doest. Het eerste bad lag ook in de buitenlucht, tussen de stoomblekerij en de Gruttostraat. De blekerij voorzag het bad van warm water.  
   • Zelfs letterlijk, want de gezamenlijke ateliers van dit nieuwe kunstenaarscollectief zijn gevestigd in d’ Oale Bleeke, de vroegere blekerij van Koninklijke ten Cate. Het enorme fabriekscomplex aan de P.C. Stamstraat is sinds enkele jaren eigendom van de Rijssense projectontwikkelaar Ter Steege Vastgoed.  

2. deel van een wasserij waar witte stoffen na het wassen verder worden gebleekt

Hyponiemen

• [1] katoenblekerij

Vertalingen

    2. deeel van een wasserij   

Engels: bleaching (en), laundering (en)

Gangbaarheid

• Het woord 'blekerij' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "blekerij" herkend door:

89 %	van de Nederlanders;
89 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.