blauwkruinorganist
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- blauw·kruin·or·ga·nist
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van blauwkruin zn en organist zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blauwkruinorganist | blauwkruinorganisten |
verkleinwoord | blauwkruinorganistje | blauwkruinorganistjes |
Zelfstandig naamwoord
de blauwkruinorganist m
- (zangvogels) Chlorophonia occipitalis een zangvogel uit de familie Fringillidae (vinkachtigen). Deze soort komt voor in de bergwouden van zuidoostelijk Mexico (Veracruz) tot Nicaragua
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'blauwkruinorganist' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.