beten kapot
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beten kapot (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·ten ka·pot
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kapotbijten |
beten (...) kapot
- meervoud verleden tijd van kapotbijten
- Wij beten kapot.
- Jullie beten kapot.
- Zij beten kapot.
- Wij beten kapot.
Gangbaarheid
- Het woord beten kapot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.