betegeld
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·te·geld
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van betegelen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
Werkwoord
vervoeging van: | betegelen… |
verbogen vorm: | betegelde |
betegeld
- voltooid deelwoord van betegelen