bestemden voor

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·stem·den voor
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorbestemmen

bestemden (...) voor

  1. meervoud verleden tijd van voorbestemmen
    • Wij bestemden voor. 
    • Jullie bestemden voor. 
    • Zij bestemden voor. 

Gangbaarheid