bemiddelt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·mid·delt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bemiddelen |
bemiddelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bemiddelen
- Jij bemiddelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bemiddelen
- Hij bemiddelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bemiddelen
- Bemiddelt!