bemerk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·merk
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bemerken |
bemerk
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bemerken
- Ik bemerk.
- gebiedende wijs van bemerken
- Bemerk!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bemerken
- Bemerk je?
Noors
Woordafbreking
- be·merk
Woordherkomst en -opbouw
- Noorse werkwoordsvorm met het voorvoegsel be-
Naar frequentie | 60445 |
---|
Werkwoord
bemerk
- gebiedende wijs van bemerke