belang aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·lang aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanbelangen

belang aan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbelangen
    • Ik belang aan. 
  2. gebiedende wijs van aanbelangen
    • Belang aan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbelangen
    • Belang je aan?