bekeven

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ke·ven
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
bekijven

bekeven

  1. meervoud verleden tijd van bekijven
    • Wij bekeven. 
    • Jullie bekeven. 
    • Zij bekeven. 
  2. voltooid deelwoord van bekijven