bekamp

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·kamp

Werkwoord

vervoeging van
bekampen

bekamp

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekampen
    • Ik bekamp. 
  2. gebiedende wijs van bekampen
    • Bekamp! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekampen
    • Bekamp je?