bekalkt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·kalkt
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van bekalken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bekalken |
bekalkt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekalken
- Jij bekalkt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekalken
- Hij bekalkt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bekalken
- Bekalkt!
vervoeging van: | bekalken… |
verbogen vorm: | bekalkte |
bekalkt
- voltooid deelwoord van bekalken
Gangbaarheid
- Het woord bekalkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.