behapt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·hapt
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van behappen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
behappen |
behapt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van behappen
- Jij behapt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van behappen
- Hij behapt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van behappen
- Behapt!
vervoeging van: | behappen… |
verbogen vorm: | behapte |
behapt
- voltooid deelwoord van behappen