beangstigende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·ang·sti·gen·de
Bijvoeglijk naamwoord
beangstigende
- verbogen vorm van de stellende trap van beangstigend
Werkwoord
vervoeging van: | beangstigen |
beangstigende
- verbogen vorm van beangstigend, het onvoltooid deelwoord van beangstigen