basisverzekering
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ba·sis·ver·ze·ke·ring
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van basis en verzekering
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | basisverzekering | basisverzekeringen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de basisverzekering v
- verplichte ziektekostenverzekering voor ingezetenen van Nederland die sinds 1 januari 2006 van kracht is
- De laatste CBS-cijfers over antidepressiva dateren van 2011: zo’n 6 procent van de bevolking kreeg toen een antidepressivum voorgeschreven dat door de basisverzekering werd vergoed. Dat komt neer op ongeveer 330.000 mannen en 630.000 vrouwen. Berekend met het huidige bewonersaantal, zou 6 procent neerkomen op ruim een miljoen mensen.[1]
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord basisverzekering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ NRC Mirjam Remie 13 april 2017