bandyschaats
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ban·dy·schaats
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bandy zn en schaats zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bandyschaats | bandyschaatsen |
verkleinwoord | bandyschaatsje | bandyschaatsjes |
Zelfstandig naamwoord
- schaats speciaal gemaakt voor het spelen van bandy (een voorloper van ijshockey)
- ▸ Wanneer de bel voor de pauze ging trokken we de veters strak en klosten meteen het ijs op, de jongens op ijshockeyschaatsen, slechts enkele hadden nog oude bandyschaatsen met een punt van voren, de meisjes droegen witte kunstschaatsen.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'bandyschaats' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767