bamboestoel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bamboestoel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bam·boe·stoel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bamboe en stoel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bamboestoel | bamboestoelen |
verkleinwoord | bamboestoeltje | bamboestoeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de bamboestoel m
- (meubel) een stoel gemaakt van bamboe
- Tegenwoordig worden bamboestoelen minder vaak verkocht dan in de jaren 1960.
Gangbaarheid
- Het woord bamboestoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.