ballondoek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ballondoek (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bal·lon·doek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ballon zn en doek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ballondoek | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
ballondoek
- doek waarvan een luchtballon is gemaakt
- ▸ De luchtballon viel zo'n dertig meter naar beneden op een drukke straat, en vloog toen in brand. Omstanders riepen in paniek om brandblussers. Het ballondoek zweefde weg en kwam op het dak van een nabijgelegen huis terecht.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'ballondoek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Vijf doden bij ongeluk met luchtballon in New Mexico” (Zaterdag 26 juni 2021, 22:38), NOS