balboekje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bal·boek·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord balboekje balboekjes

Zelfstandig naamwoord

het balboekjeo

  1. gevouwen kaart waarop een vrouw de namen had geschreven van de mannen waarmee ze had beloofd
  2. (figuurlijk) lijst men namen van mensen waarmee men een afspraak heeft
     De relaties met Uganda, ook in Lavrovs balboekje, en het Westen staan er ook steeds minder rooskleurig voor, vooral door kritiek over mensenrechtenschendingen.[1]
     Mark Rutte is populair: iedereen wil hem spreken. Zijn balboekje staat vol met EU-leiders die op het Catshuis langs willen komen, voordat volgende week de EU-top over het herstelfonds wordt gehouden.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 maart 2023 Weblink bron
    Elles van Gelder
    “Rusland op charmeoffensief met tour langs Afrikaanse landen” (Zondag 24 juli 2022, 09:58), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 maart 2023 Weblink bron
    Bert van Slooten en Jan Talens
    “Merkel, Conte en de werkgevers: iedereen wil iets van premier Rutte” (Donderdag 9 juli 2020, 21:07), NOS