autodek
Uiterlijk
- au·to·dek
- samenstelling van auto zn en dek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autodek | autodekken |
verkleinwoord |
het autodek o
- dek van een (veer)boot waarop auto's vervoerd worden
- Op de veerboot met 466 inzittenden brak zondagochtend in alle vroegte brand uit op een autodek. Drie Nederlanders zijn nog op het schip. [1]
- Als het goed is, krijgt bemanning op veerboten, de zogeheten roll-on-roll-off (ro-ro)-passagiersschepen, met enige regelmaat training wat ze moeten doen in geval van een noodsituatie, zoals een plotselinge brand op het autodek. [2]
- etage van een parkeergarage
- De Dienst Milieu en Bouwtoezicht van het stadsdeel Osdorp ontdekte eind november scheuren in de constructie bij de aanleg van een roltrap van het autodek van de parkeergarage naar de supermarkt eronder. De garage werd ontruimd en een van de balken in de hal moest worden gestut. De ontruiming betrof in eerste instantie ook de supermarkt en twee winkels, maar die mochten na een dag weer open. [3]
- Het woord autodek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "autodek" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ De Telegraaf 28 dec. 2014 'Schoenen smelten door hitte op veerboot'
- ↑ De Telegraaf 29 dec. 2014 Veiligheid veel Griekse veerboten was 'slecht'
- ↑ Het Parool 5 JUNI 2007 Herstel parkeergarage osdorpplein
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be