assimilant
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: assimilant (hulp, bestand)
Woordafbreking
- as·si·mi·lant
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van assimileren met het achtervoegsel -ant
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | assimilant | assimilanten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de assimilant m
- iemand die assimileert
Gangbaarheid
- Het woord 'assimilant' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.