assem
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- as·sem
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Maleis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | assem | assems |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de assem m
- Tamarindus indica , een tropische boom waarvan de vruchten in verschillende producten verwerkt worden
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord assem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "assem" herkend door:
33 % | van de Nederlanders; |
15 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be