asschotel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- as·scho·tel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van as en schotel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | asschotel | asschotels |
verkleinwoord | asschoteltje | asschoteltjes |
Zelfstandig naamwoord
- schotel om as in op te vangen
Gangbaarheid
- Het woord 'asschotel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.