argusvis
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- ar·gus·vis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van argus en vis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | argusvis | argusvissen |
verkleinwoord | argusvisje | argusvisjes |
Zelfstandig naamwoord
de argusvis m
- (straalvinnigen) Scatophagus argus een gekleurde, zijdelings sterk afgeplatte vis met donkere onregelmatige vlekken ("argusogen") op de flanken. De argusvis behoort met nog vijf ander soorten tot de familie Scatophagidae
Hyperoniemen
- argusvissen, doktersvisachtigen, baarsachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'argusvis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.