antispasmodicum

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  antispasmodicum    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• an·ti·spas·mo·di·cum

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van spasme met het voorvoegsel anti- en met het achtervoegsel -icum

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	antispasmodicum	antispasmodica
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

antispasmodicum

1. (medisch) (farmacologie) middel dat krampen van organen tegengaat

Vertalingen

    1. middel dat krampen van organen tegengaat   

Engels: antispasmodic (en)

Spaans: antiespasmódico (es) m

Gangbaarheid

• Het woord 'antispasmodicum' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.