antibioticaresistentie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·ti·bio·ti·ca·re·sis·ten·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord antibioticaresistentie antibioticaresistenties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de antibioticaresistentiev

  1. het ongevoelig zijn van een bacterie voor antibacteriële middelen
     Bij de Gemeentelijke Gezondheidsdiensten (GGD's) dreigt een tekort aan personeel. Dat blijkt uit een rapport van GGD GHOR Nederland. Volgens het rapport staan vooral de infectieziektebestrijding en de bestrijding van de antibioticaresistentie onder druk.[1]
     Ying maakt zich grote zorgen. "In de rivieren zitten resistente bacteriën en genen die bacteriën resistent maken. Die laatste kunnen overgaan van de ene bacterie op de andere. Zo krijg je meer antibioticaresistentie in het milieu", zegt hij. "Het bacteriële ecosysteem verandert. En als wij water drinken, dan krijgen we die resistente bacteriën weer binnen. Misschien merk je daar niet onmiddellijk iets van, maar op langere termijn is dat slecht voor mensen."[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Personeelstekort dreigt bij GGD” (Dinsdag 29 maart 2016, 12:13), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron
    Rinke van den Brink
    “Chinese rivieren vervuild met antibiotica” (Woensdag 30 maart 2016, 17:33), NOS