annoteerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: annoteerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- an·no·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
annoteren |
annoteerde
- enkelvoud verleden tijd van annoteren
- Ik annoteerde.
- Jij annoteerde.
- Hij, zij, het annoteerde.
- Ik annoteerde.