anesthesiste

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·es·the·sis·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord anesthesiste anesthesistes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de anesthesistev

  1. (beroep) (medisch) vrouwelijke geneeskundige die is gespecialiseerd in het verdoven van patiënten voor een operatie of een onderzoek
     Op aanwijzing van de anesthesiste ga ik rechtop op de rand van de operatietafel zitten. De eerste milligram dormicum wordt vrijwel meteen via het infuus ingebracht. Binnen enkele seconden ben ik beplakt met elektroden. Ik hoor een piep die mijn hartslag weergeeft. De anesthesiste brengt de naald zonder serieus ongemak in in mijn rug.[1]
     Aanwezig zijn een perfusionist, de coassistent van de operatiekamer, twee operatieverpleegkundigen en twee anesthesistes – al dertig jaar werkt Harfang met dit duo oude vriendinnen samen; (…)[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 24 juli 2021 Weblink bron
    Rob Polak
    “‘Graag nog wat dormicum’” (28 januari 2008) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 24 juli 2021 Weblink bron
    Maylis de Kerangal (vert. Jan Pieter van der Sterre & Reintje Ghoos)
    “De levenden herstellen” (2015), Uitgeverij De Bezige Bij b.v., Amsterdam, ISBN 9789023492054 op nrc.nl op Wikipedia