andragogie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·dra·go·gie
enkelvoud meervoud
naamwoord andragogie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de andragogiev

  1. de sociale en culturele opvoeding en vorming van volwassenen
    • - Drs. Frank Keepers (37), recruiter en hoofd management development en opleiding van Unilever Nederland: “Als ik nu zou gaan studeren, werd het weer arbeids- en organisatiepsychologie en andragogie. De organisatie van het werk, het stimuleren van mensen, human resources development - van zo'n vak droomde ik als jongen al. Dat klinkt misschien raar, maar toch was het zo. Bij vakantiebaantjes in mijn middelbare-schooltijd merkte ik hoe verkeerd er met personeel werd omgesprongen. Je werd als robot behandeld. Initiatief mocht je niet tonen, suggesties waren niet welkom. De baas wilde de baas zijn. Het personeel werd bejegend op het niveau van chronische debiliteit.[1] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

67 % van de Nederlanders;
45 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. NRC Gijsbert van Es 26 september 1996
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be