altruïst
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- al·tru·ist
Woordherkomst en -opbouw
afgeleid van altruïsme met het achtervoegsel -ist
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | altruïst | altruïsten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de altruïst m
- iemand die helpt zonder eigen voordeel
- De journalisten noemen Edward Snowden een altruïst, wreker, narcist, naïeveling en „kleuter die iets te graag wil laten zien wat hij geknutseld heeft”. [1]
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
- mannelijke vorm van altruïste
Gangbaarheid
- Het woord altruïst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "altruïst" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Joke Beeckmans NRC 19 februari 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ist in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 87 %
- Prevalentie Vlaanderen 90 %