allochtonisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- al·loch·to·nisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van allochtoon met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | allochtonisch | allochtonischer | |
verbogen | allochtonische | allochtonischere | |
partitief | allochtonisch | allochtonischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
allochtonisch
- met betrekking tot de allochtonen
Gangbaarheid
- Het woord allochtonisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.